Anecdotes
"Straf " werd de leukste vakantie ooit
Een anecdote van mezelf:  Het AEP is per definitie van bij zijn oprichting een organisatie met een sterk sociale inslag. Binnen een sterk evoluerende context heeft het AEP dan ook deze sociale rol steeds proberen waar te maken. Denken we maar aan het in de jarren 80 (of was het 90) opgerichte "Sociaal Fonds Daniel Coppejans" dat financieel bijsprong voor wie de vakantiecentra van Top Vakantie financieel onhaalbaar waren. Ook de talrijke "tehuis"-kinderen (denken we maar aan de tehuizen in Ieper, Kapellen maar bijvoorbeeld ook de toenmalige Brugse schippersschool) waren steeds zeer enthousiast toen ze in Herbeumont op kamp konden. En het gebeurde al eens dat we dan met de animatoren na het kamp op bezoek gingen bij die tehuiskinderen.  Maar zelfs voor meer gegoede kinderen waren de vakantiecentrum van Herbeumont een onvergetelijke ervaring. Kinderen die jaar na jaar naar Herbeumont op vakantie kwamen, waren (en zijn ?) dan ook helemaal geen uitzondering.  Zo herinnering ik me nog heel goed een incident nog voor het vertrek van de trein aan de verzamelplaats in wat toen nog Brussel-Leopoldswijk heette (nu heet dit station Brussel-Luxemburg). De kinderen waren nog maar pas op de trein gestapt en op de trein ontspon zich een scène met een weerbarstig deelnemertje dat zich in een coupéetje van de rest van de groep afzondertje en dat zich bij toedoen van een onervaren animator met geen geld van de wereld bij de rest van de groep wilde voegen.  Toen we goed en wel vertrokken waren, begaf ik mij het weerbarstige deelnemertje en probeerde er, in dat afgezonderde coupéétje, een gesprek mee aan te knopen. Bleek dat     |
Everzwijn op het menu...
Michel Duyck: WAAR NU "ITINERA" (het gebouw in steen) staat, was er vroeger (Destijds onder De Master) een wei, toebehorende aan "Baptiste". Daar stonden sommige jaren koeien op te grazen. Ander jaren oogstte Baptiste daar z'n patatten.  NACHTENLANG moest hij dan op de loer liggen ...om te voorkomen dat de everzwijnen z'n patattenveld verwoestten. Hij had wel een zwaar geweer bij (en geen jachtvergunning natuurlijk), maar dat belet niet dat we per maand zo ongeveer drie à vier everzwijnen te eten kregen op het AEP: dat waren deze die het op het veld te bont hadden gemaakt.  De vrouw van Baptiste heette Nathalie. Ze woonden in dat piepklein huisje dat aan de overkant van de straat stond in de buurt van het "kampvuur" en Nathalie had bij wijze van stoepje een bloembedje van 40 cm PLUS nog nen dikke meter aan de overkant van de straat, ttz. op de grond die eigendom was van het AEP. |