Meer over het AEP/SSK

De organisatie "Aide aux Enfants des Prisonniers" (AEP) werd opgericht tijdens de vroege oorlogsjaren waarbij er voor oorlogswezen en kinderen van krijgsgevangenen niet alleen werd voorzien in opvang in tehuizen, maar ook in voedselbedelingen. In Vlaanderen was de organisatie dan ook vooral bekend onder de naam "Steun aan kinderen van krijgsgevangenen" (SSK).

In de beeldbank van het Brugse stadsarchief vonden we daarover trouwens de onderstaande foto:
 
Voedselbedeling door het AEP

(c) Stadsarchief Brugge ('verz. Brusselle-Traen') fotograaf A. Brusselle

De oorlogsomstandigheden hadden vooral voor kinderen gevolgen
en hun ondervoeding moest bestreden worden.
Om de noden te lenigen, werden organisaties opgericht:
H.I.B. (Hulp en Informatiebureel voor Oorlogsweduwen en Wezen),
met een afdeling genaamd S.K.K.
(Steun aan Kinderen van Krijgsgevangenen) en Winterhulp.
Zowel het H.I.B./S.K.K. als Winterhulp werden in hun streven
 - iets doen voor de kinderen - gesteund door het Hof en het Episcopaat.


Later bleef de organisatie voornamelijk bekend onder haar Franstalige afkorting waarbij  in functie van de zich wijzigende omstandigheden bij een zelfde afkorting de achterliggende naam verschillende keren wijzigde. Zo veranderde na de oorlog de naam van de vereniging in "Aide aux Enfants de la Patrie" en de vereniging ondertussen verworden is tot "Active Education Partners".


Hierna volgt een meer gedetailleerde tekst over de geschiedenis van deze organisatie, afkomstig uit de website www.vakantiekolonies.be:

Tijdens de Tweede Wereldoorlog trachtten een aantal organisaties het leed van de kinderen te verzachten door ze op te vangen in vakantiekampen. Op het einde van 1941 werd op initiatief van Leopold III door zijn ordonnansofficieren de Aide aux Enfants des Prisonniers de Guerre - Steun aan Kinderen van Krijgsgevangenen (AEP-SKK) opgericht. De AEP had als doel het leed van de kinderen van militairen te verzachten, hun gezondheid te verbeteren en hun vader in hun opvoeding te vervangen.
Burggraaf Gatien du Parc, gouverneur van prins Boudewijn en kamerheer van Leopold III werd aangesteld als voorzitter van de AEP. De AEP organiseerde voor de kinderen van de krijgsgevangenen en oorlogsslachtoffers vakantiekampen en permanente homes.

Na het beëindigen van de Duitse bezetting, in december 1944, werd de AEP omgevormd tot een vzw. Vanaf dan kende het cliënteel een gestadige uitbreiding en viel de beperking tot de kinderen van militairen weg. De kinderen kwamen nu uit heel België en uit alle sociale milieus.

In 1946 begonnen de Post en de verzetsbewegingen (Geheim Leger, Nationale Koningsgezinde Beweging, Belgische Nationale Beweging) samen te werken met de AEP. In 1947 voegden de Ziekenkas van de verenigde vakbonden, de kas voor de familiale bijdrage van Antwerpen, het Internationaal Maritiem Gezelschap en SABENA zich aan de lijst toe. Tegen 1975 waren er zo'n 70 bedrijven die de kinderen van hun werknemers toevertrouwden aan de AEP.

Deze ingrijpende verandering in het cliënteel van de AEP drong ook een naamswijziging op: Hulp aan kinderen van krijgsgevangenen werd in 1948 Aide aux Enfants du Pays. Midden de jaren 1950 volgde een nieuwe naamswijziging: AEP Œuvre Nationale de l'Aide à la Jeunesse - AEP Nationaal Werk voor Hulp aan de Jeugd.

In de vroege jaren 1970 vond de meest ingrijpende verandering plaats binnen de AEP. Onder meer onder de druk van de Belgische staatsstructuren werd de organisatie opgesplitst in een Vlaamse vereniging, Top Vakantie, en een Waalse, Vacances Vivantes. Om toch de nationale eenheid niet verloren te laten gaan, werd het AEP Nationaal Centrum voor vakantiediensten geïnstalleerd als overkoepelende organisatie. Ook inhoudelijk trad er een verandering op. Van een hoofdzakelijk scoutsgerichte vereniging ging de AEP een eigen pedagogie uitbouwen via de in 1954 opgerichte kaderschool, die de vorming van jeugdwerkers als hoofdactiviteit had. Met de oprichting van de kaderschool speelde de AEP op het gebied van jeugdwerking een pioniersrol.

Patriottische inslag 

De vakantiekolonies van de AEP hadden aanvankelijk een duidelijk patriottische inslag. Tijdens hun verblijf kregen de kinderen onderricht in vaderlandsliefde en burgertrouw. Iedere morgen brachten ze hulde aan de Belgische vlag en leerden ze nationale liederen aan.

De prinsen Boudewijn en Albert gingen meermaals op bezoek in de vakantiehuizen(*) en ten voordele van de AEP werden foto's met een afbeelding van de prinsen verkocht(**).

Prentbriefkaart van Prinses Josephine-Charlotte met aan de voorzijde de handgeschreven opdracht  "Gedenk de arme kleinen die de oorlog van hun vader heeft gescheiden". Gehandtekend en gedateerd op 15 november 1942. Op de keerzijde de verduidelijking dat deze "foto ter beschikking werd gesteld van den "STEUN AAN DE KINDEREN VAN KRIJGSGEVANGENEN" om verkocht te wordden ten bate van de oorlogswezen en van de kinderen van krijgsgevangenen".

Met dank aan het "AMSAB Instituut voor Sociale Geschiedenis", Bagattenstraat 174, 9000 Gent. Deze vereniging stond ons toe om bovenstaande tekst uit de website www.vakantiekolonies.be op te nemen in deze website. Een nog andere versie over de geschiedenis van het AEP is te vinden op de website van de AEP-groep.

(*) Koningin Fabiola bezocht het vakantiecentrum "Prince de Liège" in de zomer van 1962. Destijds... in Herbeumont is een filmpje van dat bezoek van Koningin Fabiola op het spoor en hoopt eerlang dit filmpje of een fragment eruit (oorspronkelijk gedraaid in Super8), te kunnen presenteren op deze website.

(**) Een vriendelijk echtpaar uit Hasselt, wiens beider vaders tijdens de Tweede Wereldoorlog krijgsgevangenen waren in Duitsland, was zo vriendelijk om een dergelijke originele foto/prentbriefkaart met de afbeelding van Prinses Josephine-Charlotte gratis te schenken aan "Destijds... in Herbeumont" zodat we deze hier konden publiceren. Waarvoor trouwens alle erkentelijkheid. Vermeldenswaard aan deze kaart is enerzijds de handgeschreven tekst aan de voorzijde: 'Gedenk de arme kleinen die den oorlog van hun vader heeft gescheiden' met daarbij de handtekening van de Prinses en de datum van 15 november 1942. De achterzijde van de kaart (hierbij niet weergegeven) verduidelijkt verder nog dat deze "foto ter beschikking werd gesteld van den 'STEUN AAN DE KINDEREN VAN KRIJGSGEVANGENEN' om verkocht te worden ten bate van de oorlogswezen en van de kinderen van krijgsgevangenen". Deze prentbriefkaart hebben wij op onze beurt geschonken aan het AMSAB Instituut voor sociale geschiedenis, waar het heel zeker in goede handen is.