Voor het evoceren van deze activiteit wil ik terugvallen op een tekst die wijlen Lucien De Geest schreef voor een nummer van Tien Minuutjes dat in de herst van 1982 verscheen en waarvoor Mia Daelman de tekeningen maakte:
De primeur van Herbeumont:
Op tweedaagse naar de visvijvers in Cugnon
Top Vakantie Herbeumont huurde op 8 km van het vakanatiecentrum, in Cugnon, een "stukje natuurgebied en visvijvers". Een oude droom ("kunnen vissen") werd gerealiseerd: "SICUT SERVUS AD FONTES" of DE PRIMEUR VAN HERBEUMONT.
Terwijl ze de rugzakken van hun schouders lieten glijden, staarden ze verbaasd naar de vissen. Langzaam naderend merkten ze echter niet dat hun schaduwen donkere vlekken in het water gooiden en... in een snelle rimpeling was het oppervlak schoongeveegd.
Twaalf kinderen verdrongen zich vol ongeduld om het eerste zo'n beestje te vangen. De uitdagoing zwom nu onzichtbaar rond in de vijver.
"De hengels liggen klaar in de keukentent" had Katrien gezegd.
Waar staat die keukentent? Nu pas zagen ze de wondermooie omgeving. Het zacht glooiende terrein nodigde hen uit tot een vluchtige verkenning. Rechts, bij het binnenkomen van het terrein, stond een groot dennenbos.
Chalet
Verspreid in het rond groeien er een aantal merkwaardige bomen. Aan de rand van het water verborg er zich een houten chalet tussen de afhangende takken van twee treurwilgen.
Door het venster zagen ze een living, een keuken en een slaapkamer. De tenten stonden discreet opgesteld achter een scherm van sparren, cypressen en heesters, en warempel..., een stuk verderop lag nog een vijver. Weer zagen ze de vissen als zwarte schijven tegen het wateroppervlak bewegen.
De lijnen werden klaargemaakt en... daar zaten ze vol hoop en verwachting. Ze leerden snel  dat vissen niet altijd bijten als de vlotter beweegt. "Je moet ze een beetje laten spelen vooraleer je ze bovenhaalt", zei Bart filosofisch, terwijl hij met een onbegrijpelijk geduld voor de vijfde maal het verwarde snoer van zijn hengel uit de knoop haalde.
"Ik heb er een !". Een geweldig kabaal aan de overkant. Inderdaad, daar hing een "truite" tussen hemel en aarde. In een mengeling van vreugde en van schrik las men in de ogen van de visser de dwingende vraag: "En wat nu ?".
De vis aan de haak slaan, was geen grapje, hem eraf halen bleek echter nog veel moeilijker. De forel wou de haak blijkbaar niet meer teruggeven., ... die had hij in zijn haast veel te diep ingeslikt.
Na verloop van tijd werd het kalmer rond de vijvers. Er mochten trouwens maar acht "specimen" gevangen worden.
Laten we ze eens tellen! Het leefnet (zo heet dat ding waarin gevangen vissen in het water worden bewaard) werd opgehaald en zes zilverwit geschubde forelen kronkelden door elkaar.
Taakverdeling
Leen deed nu de taakverdeling. Vijf man mochten de twee resterende forellen trachten te vangen. Twee meisjes mochten de gevangen vis doden (en ik vertel jullie niet hoe dit in zijn werk ging) en kuisen. Er bleken vissen bij te zijn met twee vissen in hun maag. Hoe snel vishaken zich voortplanten, hé ?
De vijf laatsten mochten brandhout halen, de barbecue klaarzetten, en het vuur aansteken.
In het sprokkelbos bleek het rond een klein bronnetje vol met sporen van everzwijnen te staan. Laten we daarvan een gipsafdruk maken, en kijk, ... hier staan ook hertensporen (*). Hoe je het verschil ziet ? Hertensporen zijn langer en smaller.
Barbecue
Leen kwam kijken waar ze bleven en sprokkelde zelf het hout. Het koken kon beginnen.
De beestjes werden goed gekruid, belegd met sneetjes ajuin en citroen, in aluminiumfolie gewikkeld en in hun eigen sap gebakken. (Nota van de auteur: hier stopte de schrijver "des artikels" even om het water  dat zich overvloedig in zijn mond vormde, door te slikken. Hij kon niet weerstaan aan de drang om zijn dorst te lessen aan een glaasje witte wijn).
Na de afwas werden de blokfluiten bovengehaald. Er werd gemusiceerd en gezongen. Er werden verhaaltjes verteld en langzaam kwam de rust over het terrein. Het houtskool lag nog zachtjes na  te gloeien. Zo doofde opnieuw een mooie dag.
De slaapzakken werden opgezocht. Het werd frisser en de opkomende mist dekte, laag bij de grond hangend, zacht de tenten toe.
Leen en Katrien genoten bij de vijver nog na. Hoe lang? ... Dat weet ik niet, want je weet, beste lezer, "monitricen vertellen lang niet alles aan de centrumleider".
PS:
Ik schreef dit "sfeerbeeld" ook met een bijbedoeling: een dankwoordje te richten aan alle "Leentjes en Katrientjes" die onze jonge mensen naar de natuur brengen. De heer Davignon, Pater Van De Kerckhove en de heer Limbos schreven het in het jaar 1952 op de voet van het altaar van de kapel van Herbeumont: "Als een hert terug naar de bron". Sluiten wij hiermee opnieuw de klassiek geworden cirkel ?
Lucien De Geest
(*) Noot van Nico Callens: Meer dan waarschijnlijk bedoelde Lucien de sporen van reeën en maakte hij niet het onderscheid tussen reeën en de veel grotere en veel zeldzamere herten.
Â
Â
Nawoord:
Â
Robert Mendonck wist voor ons de visvijvers te localiseren:
Â
Â
Â
Lambert-coördinaten visvijvers: 49.783314 lat. en op 5.199065 long.?