Het toeristisch complex "La Morépire"De leisteenmijn "La Morépire", dit is de steenkoolmijn die later opnieuw werd opengesteld als museum en toeristische attractie, werd pas in 1977 gesloten. En dat is slechts één jaar voor ik mijn eerste kamp in Herbeumont meemaakte. Feit is dat er in die periode her en der verlaten leisteengroeven te vinden waren en dat we er met de deelnemers aan de vakantiekampen al eens voorbij kwamen. De overgebleven sporen van voorbije activiteit lieten dan ook steeds indruk na. Mijnen en groeven De leisteenmijn van Morépire was toch wel groot en wat ook belangrijk is: in tegenstelling met heel wat andere leisteenontginningen bevond "La Morépire" zich grotendeels onder de grond waardoor we kunnen spreken van een echte mijn. Deze mijn is opgebouwd uit 3 ontginningsniveau: een eerste niveau op -25 meter, een tweede niveau op -45 meter en tenslotte nog een niveau op -60 meter. Bij het bezoek aan de mijn daalt men met een kabellift af tot -45 meter. Het laagste niveau is echter niet toegankelijk en dit omdat het onder water staat en het blijkbaar niet direct haalbaar is om ook dat niveau watervrij te pompen. Want inderdaad, toen in 1977 na een activiteit van bijna 90 jaar de mijn werd gesloten en de pompen werden stilgelegd, vulde het regenwater de mijn tot op ongeveer 10 meter onder de grond. Daar kwam het water terecht in een ondergrondse galerij die op hetzelfde niveau lag als het beekje de Aise. Deze Aise is een zijbeekje van de Semois, zowat te vergelijken met de in onze kringen beter bekende Antrogne. Deze Aise loopt zowel parallel met de grote weg van Bertrix naar Herbeumont (N884) en mondt zowat ter hoogte van Mortehan en Cugnon uit in de Semois. Toen men in 1996, met het oog op de toeristische exploitatie van deze leisteenmijn het project "Au coeur de l'Ardoise" opstartte, diende men gedurende 5 maanden dag en nacht water op te pompen. In totaal werden er in totaal 200.00 vierkante meter water opgepompt en ook nu nog moet er, net als "destijds", dagelijks  gepompt worden om het water tot op -60 meter te beperken. Een gedeelte van dat opgepompte water wordt gefilterd en als drinkwater gebruikt in het ontvangstgebouw. De leisteenontginning kende zijn hoogtepunt begin 1900. De groeven werden echter één na één gesloten. De "Morépire" was daarbij de laatste va nde Aisevallei. De dag van vandaag (lees: anno 2001) zou er in de bredere omgeving nog slechts één leisteenontginning actief èn productief zijn en dat is deze van Warnifontaine (een deelgemeente van het ondertussen om totaal andere reden welbekende Neufchâteau*). De leisteengroeven van de Aisevallei hebben echter de concurrentie met enkele lagere loon-landen zoals Spanje en Portugal niet weten te overleven. Nochtans was wegens het ontbreken van zan in de leien "onze" leisteen van een beduidend beter kwaliteit, iets wat zich ondermeer manifesteert in de beduidend langere levensduur van "onze" leien (150 jaar tegenover 30 tot 50 jaar). Maar dat laatste heeft voor de Ardense leisteenindustrie niet mogen baten. Wie er meer over wil weten kan terecht op de website van La Morépire. Nico Callens |
De omgeving van het centrum‎ > ‎De leisteenontginning‎ > ‎